Keuring en inspectie
Risico’s bij spelen zijn onvermijdelijk, maar speelomgevingen dienen te allen tijde wel veilig te zijn. Om dit te waarborgen heeft Nederland vele wetten op het gebied van veiligheid bij spelen.
Elke openbare speelvoorziening dient te voldoen aan deze wet- en regelgeving. Daarnaast dienen speeltoestellen voorzien te zijn van een certificaat dat wordt afgegeven door een AKI (algemene keuringsinstantie).
Als ontwerpbureau is SNK constant op de hoogte van de huidige wet- en regelgeving en kunnen wij die noodzakelijke keuring laten uitvoeren door een algemene keuringsinstantie. De inspecties die periodiek uitgevoerd moeten worden, kunnen wij laten uitvoeren door een van onze vaste betrouwbare partners. Zo garanderen we een uitdagende en veilige speelomgeving.
Verschil tussen keuring en inspectie
Wij zien dat het keuren en inspecteren van een speelplek vaak door elkaar wordt gehaald. Veel mensen denken dat keuring en inspectie hetzelfde betekenen. Het zijn echter twee verschillende zaken.
Tijdens een keuring wordt een speeltoestel of -omgeving getoetst aan de WAS (Warenbesluit Attractie- en Speeltoestellen). De wet stelt dat speelplekken pas veilig zijn, wanneer deze voldoen aan de NEN1176&1177 of aan een risicoanalyse zijn onderworpen.
Veel (standaard) speeltoestellen zijn in de fabriek al voorzien van een certificaat. De toestellen hoeven dan alleen volgens de richtlijnen van de fabrikant geplaatst te worden. Een keuring op locatie is in dat geval niet meer nodig. Maatwerktoestellen (die specifiek voor een project ontworpen zijn) dienen altijd op locatie gekeurd te worden.
Veel mensen vinden dit spannend. Wat als je tegen problemen aanloopt en het nieuwe of bestaande speeltoestel (of de speelomgeving) niet wordt goedgekeurd? In de praktijk is dit nergens voor nodig: al tijdens het ontwerptraject van een speelomgeving wordt samengewerkt met keuringsinstanties om problemen achteraf te voorkomen.
Na plaatsing dienen toestellen periodiek geïnspecteerd te worden om te kijken of een toestel nog veilig is en voldoet aan de wetgeving. Hoe vaak geïnspecteerd moet worden, hangt af van de situatie. De norm schrijft voor om maandelijks (maar minimaal eenmaal per kwartaal) een inspectie uit te voeren, maar de ervaring leert dat dit per situatie verschilt. Een schoolplein waarop elke dag 300 kinderen spelen is meer aan slijtage onderhevig, dan een speelplek die achteraf ligt. Tijdens deze inspecties kan onderhoud makkelijk worden meegenomen indien nodig.