Iedereen die ooit een speeltoestel in de openbare ruimte heeft geplaatst zal ermee bekend zijn: Het WAS, oftewel het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen. Door veel beheerders (scholen, gemeenten, kinderdagverblijven, campings, etc.) worden deze regels gezien als lastig en ingewikkeld, waardoor speelplekken niet optimaal ingericht worden en risicovol spelen wordt gemeden. Dat is jammer! Je kunt je dan afvragen… slaan we niet door in deze wet- en regelgeving?
Waarom het WAS?
Het WAS is in 1997 ingevoerd omdat er geen richtlijnen waren voor het leveren en plaatsen van attracties en speeltoestellen. Iedereen mocht zelf speeltoestellen bouwen en in de openbare ruimte plaatsen. Zo stonden veel eigen fabricages die voor gevaarlijke situaties zorgden omdat ze niet kundig gebouwd waren. De wet zorgde ervoor dat fabrikanten niet meer zomaar alles mochten bouwen. Speeltoestellen moesten aan de wet voldoen en volgens NEN-normen gebouwd worden. Deze NEN-normen geven handvatten aan het ontwikkelen van veilige speeltoestellen.
Wanneer is een speeltoestel een speeltoestel?
Volgens het WAS is een speeltoestel een constructie die is gemaakt voor vermaak of ontspanning. Hierbij mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van zwaartekracht of fysieke kracht van de mens. Door de opkomst van het natuurlijk spelen is het herkennen van speeltoestellen de laatste jaren echter een stuk lastiger geworden. Want is die liggende boomstam naast een pad nou een speeltoestel of een zitbankje?
“Het herkennen van speeltoestellen de laatste jaren echter een stuk lastiger geworden.”
Het WAS2023, aangescherpte regels per 1 juli
Door deze veranderingen in de speelwereld is het WAS door de jaren heen steeds vernieuwd en aangepast aan trends en veranderingen. Zo is recent nog, op 1 juli, de aangescherpte WAS2023 in werking getreden. Als ontwerper merk ik dat de wetgeving voor twijfel zorgt bij zowel beheerder, aannemer en producent. Iedereen wil het beste voor kinderen, maar niemand wil iets maken wat niet mag volgens de wet. Daardoor worden diverse elementen vaak voor de zekerheid gekeurd, want “je weet maar nooit”. Iets wat speelplekken onnodig duur maakt. Je kunt je dan afvragen of we niet doorslaan in deze regelgeving, maar ik denk van niet. Het WAS is er niet om mensen te jennen. Het is goed dat er regels zijn als het aankomt op de veiligheid van kinderen. Het enige probleem is dat het begrijpen van en voldoen aan de WAS steeds ingewikkelder wordt.
“Als ontwerper merk ik dat de wetgeving voor twijfel zorgt bij zowel beheerder, aannemer en producent.”
Verdwijnt het risicovol spel door het WAS?
En voor wie denkt dat het WAS al het risico uit spelen haalt…. Nee hoor! Er is voldoende ruimte voor uitdagende speelplekken binnen de kaders van deze wet. Wist je bijvoorbeeld dat je volgens het WAS van 3 meter hoogte mag vallen (ongeveer de eerste verdieping van een huis)? Voor veel kinderen is dit risico genoeg is mijn ervaring 😉.
Keuren of niet keuren?
Ik hoop dan ook van harte dat de nieuwe regels mensen niet afschrikt om toffe, uitdagende speelplekken te blijven bouwen en plaatsen. In mijn optiek is het belangrijk dat we met gezond verstand moeten kijken naar het WAS. Twijfel je of iets gekeurd moet worden? Neem dan contact op met een ontwerper of keuringsinstantie en blijf zeker niet zitten met twijfel.
Stan Krijnen
Adviseur
Tip!
Binnenkort aan de slag met een nieuwe speelplek? Download dan eerst het gratis inspiratieboek. Boordevol ideeën voor een veilige én uitdagende speelplek.
